Pesten gedoogd!

Nu we weten dat we pesten kunnen stoppen is de volgende vraag: ‘Waar gaan we beginnen?‘. We gaan beginnen met het vaststellen van een visie. En daaraan koppelen we vervolgens een solide aanpak. De visie zal voornamelijk draaien om 2 zaken.

  1. Pesten nu stoppen
  2. De juiste voorwaarden op de juiste plek creëren om pesten direct te stoppen.

(voor meer details verwijs ik je graag naar de vijf voorgaande artikelen op dit blog).

We beginnen op het hoogste niveau. Overheid, regering, de leiders van dit land is waar het moet beginnen. Daar moet de visie in goede grond worden geplant.

Deze visie moet op de lange termijn uitvoerbaar zijn en blijven en dus moet deze visie kabinetsformatie overschrijdend zijn. Elk nieuw kabinet moet het belang ervan zondermeer accepteren omdat we

  • weten wat het kosten
  • en omdat het belang aantoonbaar geld oplevert voor dit land.

Dit moet zo vanzelfsprekend zijn als de zorg voor ouderen en de maximale aanrij-tijd van een ambulance.

Het zou daarbij een goed begin zijn als Zijne Majesteit de Koning Willem Alexander zichzelf als ambassadeur mede verantwoordelijk zou stellen voor deze visie en ook voor het resultaat ervan. Hij is immers het gezicht van onze natie en vanuit zijn functie kan hij blijven zien wat er gebeurt en wat er nodig is. Bovendien staat Zijne Majesteit de Koning in ons land ook voor hoop en geloof. En dat is iets wat we niet genoeg kunnen stimuleren in onze natie als het gaat om het stoppen van pesten.

We moeten een reële inschatting hebben wat pesten onze samenleving elk jaar kost. En ook wat het het alternatief: pesten stoppen, ons kost. Materiële en immateriële schade, hulpverlening, trainingen, gemeentelijke initiatieven, wetenschappelijk onderzoek, enzovoort. Deze landelijke aanpak moet allereerst op het hoogste niveau voor iedere speler (ook financieel) aannemelijk zijn.

Het moet duidelijk zijn per kabinetsformatie wat er van dat kabinet vereist wordt om het beleid op het hoogste niveau te blijven zekeren. En ook welk doel dit nieuwe kabinet de komende vier jaar moet halen om een volgende verdiepingsslag te maken in het duurzaam stoppen van pestgedrag. Aanverwante partijen, die een belangrijke rol spelen op landelijk niveau moeten weten hoe ‘wat ze doen’ aansluit binnen dit beleid. Ik denk aan stichtingen, de eerste kamer, adviesraden, vakbonden, bedrijven, beïnvloeders, etc.


Ik zat gisteren met een aantal beïnvloeders op gemeentelijk niveau een training te volgen over veiligheid. Trainers waren het. Stuk voor stuk mensen in het veld in dit geval vooral gericht op kinderen en op jeugd. Dit zijn kenners die te maken hebben met de diversiteit aan categorieën: Adhd, autisme, moeilijk en makkelijk opvoedbaar, pestkop en gepeste en ga zo maar door.

Pesten was een van de onderwerpen waar we over kwamen te spreken. Het is beeldend om van dit soort ‘experts’ te zien hoe ze allemaal hun eigen antwoorden hebben als het gaat om pestgedrag aanpakken. Ook is het boeiend om te zien dat  verschillende manieren elkaar aanvullen. En je ziet – als ze er met elkaar over spreken – hoe er behoefte bestaat naar meer heldere handvatten. Als je goed luistert kun je door de overtuigingen, stelligheid en daadkracht ook de onmacht horen die zo kenmerkend is voor pesten en waar iedere professional mee te maken krijgt. Het ‘handen in het haar gevoel‘ is universeel.


Wat nodig is op het hoogste niveau gaat een anker en leidraad vormen op het lagere niveau.


Dit is zoals het gaat

Nu doen professionals vooral hun best. Men drijft op gevoel, op de innerlijke radar die bij ons allemaal anders is. En die laat zich vooral omschrijven vanuit de achtergrond en de eerdere ervaring van de professional zelf. Wat we beschikbaar hebben aan methoden, tools en materiaal kent een bijzonder sterke kleur, die vaak is doordrongen door emotie en die is gebouwd op geldende waarden en theorieën.

Begrijp me niet verkeerd!

Er zijn veel goede methoden, tools en materialen beschikbaar, maar ze bevinden zich niet in de handen van alle mensen die betrokken zijn bij pesterijen. En dan zijn ze dus ook niet hun gewicht in goud waard. Dat is zeker iets om bij stil te staan.

Ik geef je een voorbeeld.

Je zou nu op gemeentelijk niveau er alles aan kunnen doen om de goede methoden, tools en materialen bij iedere professional in zijn toolkit te krijgen.

  1. Je moet dan bepalen wat ‘goed’ is
  2. Je moet vervolgens logistiek een manier bedenken om dit te realiseren
  3. Je moet er op toezien dat het gebeurt en tegelijkertijd de infrastructuur ontwikkelen om te bepalen wat je doet als het niet gebeurt.
  4. Je moet blijven bijsturen, informeren, bijscholen aan de hand van ervaringen en nieuwe inzichten (Een aanpak kan regio-gebonden verschillende resultaten geven).
  5. … etcetera.

Dit kost handen vol geld en het resultaat is nog helemaal niet zo zeker, want in dit model is er geen sprake van onderlinge afstemming en het leren van gemaakte fouten. Laat staan van een totaal aanpak.

Je zult moeten beginnen met er vanuit gaan dat elke methode tegen pesten een bijdrage levert. Ook al is het resultaat nog niet gebleken. Ook al zie je van mijlen afstand dat de methodiek een gevolg is van een zware emotionele ervaring. Je moet er vanuit gaan dat het sommige mensen iets oplevert, net zoals we er nu vanuit moeten gaan dat er voldoende regels aanwezig zijn om bestaande initiatieven tegen pesten bedrijfsmatig bestaansrecht te geven (veiligheid, structuur, geschoolde professionals en ervaringsdeskundigen, controlemiddelen, etc.).

Je zult op het hoogste niveau moeten nadenken over het gehele landschap van visie en aanpak. Dat klinkt massaal, maar dat valt feitelijk in het niets bij de tijd die op dit moment wordt besteed aan initiatieven om pesten aan te pakken.

Belangrijk is dat de mensen op het hoogste niveau beseffen dat het zo niet langer kan, en dat de huidige manier van pesten aanpakken vooral veel geld verspilt en op termijn niet leidt tot een verbetering. Het is onmogelijk om de huidige aanpak te steunen, want wat is die aanpak precies? Weten jij en ik wat die aanpak is?


We kunnen niet verwachten dat ‘de gewone burger’ weet hoe ze met pestgedrag om moet gaan. Het feit dat we dat met zijn allen niet weten zorgt ervoor dat pesten (on)bewust wordt gedoogd.


Plaats een reactie