Nieuwe wet Sociale Veiligheid (pesten): Bijdrage of Onnodig?

Gisteren was ik in gesprek met een kamerlid in de 2de kamer. Geweldig om op dit niveau te mogen en te kunnen bijdragen. Maar wat me tegelijk ook duidelijk is geworden is dat de onmacht die ik constateer op alle niveaus zich ook hier, op landelijk niveau, voordoet. Pestgedrag aanpakken blijft voor velen een flinke dobber. Donderdag vindt het kamerdebat plaats over een wet die er voor moet zorgen dat de basis wordt gelegd om pesten beter te kunnen aanpakken. Maar of dat het ook gaan doen?

Ik gaf aan dit kamerlid aan dat ik me afvraag of deze nieuwe wet bijdraagt aan het stoppen of verminderen van pesten. Het kamerlid vroeg mij daarop treffend: Maar deze wet is niet per se schadelijk toch?

En toen bleef het stil.

Dat is namelijk een hele goede vraag.

De huidige aanpak van de regering vergelijk ik met pesten zelf. Pesten sluit uit. Pesten isoleert en creëert minder ruimte waar eerder wel ruimte was. En dat is precies wat deze wet ook doet.

Ik zal het proberen uit te leggen. Dit wetsvoorstel legt een deel van de verantwoordelijkheid bij scholen, bij een coördinator, bij de schoolbesturen en bij de ouders. Dat is op zich niet verkeerd en ergens is het ook niet verkeerd dat dit in de wet wordt geregeld.

Maar er ontstaat tegelijkertijd een stroming die deze wet op alle niveaus moet gaan onderstrepen en ondersteunen. Een van de initiatieven die hieruit voortvloeit is om de bestaande pestprogramma’s te toetsen. De vraag die de overheid zichzelf stelt is: “Werken de bestaande initiatieven tegen pesten wel?”. Ook die vraag is relevant. Het is goed dat er criteria worden vastgesteld waaraan methoden tegen pesten moeten voldoen en dat er tegelijkertijd op die criteria wordt toegezien.

So far so good zou je zeggen. En ja tot zover is het allemaal nog heel erg aannemelijk.

Maar op een dieper niveau gaat er met de huidige werkwijze toch wel iets mis.

Stel er is een methode ontwikkeld om pesten aan te pakken. Een initiatief ontwikkeld vanuit persoonlijke betrokkenheid en inmiddels een methode die wereldwijd populair is. De methode waar ik over spreek heet ‘over de streep’. Een bekende methode die veel van u zal kennen of misschien van televisie kent.

Wat gebeurt er nu precies als in Nederland deze methode niet wordt geaccepteerd?

Gaat deze methode dan wereldwijd minder aftrek genieten? Nee waarschijnlijk niet. Zullen de mensen er wakker van liggen. Nee waarschijnlijk ook niet. Maar in een gunstig scenario trekken de bedenkers zich de kritiek wel aan en verbeteren ze hun aanpak op basis van een Nederlands rapport. Dat is zo gezegd: een gunstig scenario.

Maar wat als ik een betrokken persoon ben met een methodiek die ik al jarenlang gebruik. Waar ik mensen mee help en waar ik ook echt in geloof. En ik krijg een rapport waaruit blijkt dat mijn methode niet aan de toetsingscriteria voldoet. Stel ik kan de kritiek niet goed plaatsen. Ik doe dit werk immers al heel erg lang en veel mensen zijn er enthousiast over en ik heb aantoonbare resultaten.

Wat heb ik dan voor handvatten? Behalve het feit dat zojuist publiekelijk is geconstateerd dat mijn methode niet voldoende functioneert en dat de overheid besloten heeft dat het voor mijn publiek beter zou zijn om niet voor mijn aanpak te kiezen? Wat kan ik nu doen?

Het is het beleid dat we kennen vanuit het pesten. Het is het gedrag van de pestkop. Het is het isoleren zonder betrokkenheid. Er is geen handvat. Ik blijf alleen achter.

Wat denkt onze Staatssecretaris Dekker met deze aanpak te bereiken? Betrokken mensen uit te sluiten?

Mijn gesprekspartner in de kamer vroeg mij: Is deze wet schadelijk?

Dat hoeft het niet te zijn. Maar wat moet er nog gebeuren?

Plaats een reactie